HIV

HIV is het virus dat AIDS veroorzaakt en staat voor Human Immune Deficiency Virus.

Humaan = menselijk

Immune = Immuniteit – afweer(systeem), het natuurlijke systeem in ons lichaam dat ons beschermt tegen ziekten veroorzaakt door bijvoorbeeld bacteriën, virussen en schimmels.

Deficiency = Tekort, gebrek, verminderde functie.

Virus = een virus

AIDS staat voor Acquired Immune Deficiency Syndrome, oftwel ‘verkregen ziekte waarbij de afweer niet werkt’.

Acquired = Tijdens het leven opgelopen, dus niet geërfd.

Immune = Immuniteit – afweer(systeem), het natuurlijke systeem in ons lichaam dat ons beschermt tegen ziekten veroorzaakt door bijvoorbeeld bacteriën, virussen en schimmels.

Deficiency = Tekort, gebrek, verminderde functie.

Syndrome = ziektebeeld, de gezamenlijke verschijnselen van een bepaalde ziekte.

Iemand die geïnfecteerd is met dit virus is HIV-positief. In de dagelijkse omgang met seropositieve mensen loopt men geen enkel risico. De kans op een infectie bestaat bij onveilige (seksuele)handelingen met bloed, sperma, vaginaal vocht en voorvocht. In ander lichaamsvocht kan het virus wel aanwezig zijn, maar in een veel te lage concentratie om een infectie te kunnen veroorzaken. Zo zijn speeksel, zweet, traanvocht, urine en ontlasting alleen gevaarlijk als er zichtbaar bloed in zit en als er risico is dat dit rechtstreeks het lichaam terecht kan komen. Het virus breekt het afweersysteem van het lichaam af en kan lange tijd in het lichaam leven zonder ziek te worden. Er wordt pas van AIDS gesproken als HIV het afweersysteem zodanig heeft aangetast dat het je niet meer kan beschermen tegen ziektes.

HIV wordt overgedragen door:

1. Onveilige seksuele handelingen: vaginale seks. (Penis in vagina) of (penis in anus) zonder condoom. Orale seks, waarbij (menstruatie) bloed in de mond komt. He4t gebruik van seksuele attributen (dildo) zonder deze na gebruik schoon te maken.
2. Bloed–Bloed contact: gebruik maken van eerder gebruikte naalden en spuiten van iemand die HIV positief is bij drugs gebruik. Het virus kan op deze manier in de bloedbaan terecht komen. Ook tijdens een bloedtransfusie kan je geïnfecteerd worden, indien deze niet adequaat onderzocht is. De kans dat u HIV krijgt door een bloedtransfusie is in Suriname is klein, omdat het verkregen bloed meerdere malen onderzocht wordt.
3. Moeder op kind: Een positieve zwangere kan HIV aan haar baby overdragen, tijdens de zwangerschap, bevalling en borstvoeding. Bijkans alle vrouwen worden in Suriname gescreend op HIV tijdens de zwangerschap. Indien de test positief uitwijst wordt deze behandeld met medicijnen. De overdracht is dan kleiner tijdens de zwangerschap. Ook bij de bevalling worden er voorzorgsmaatregelen getroffen. Elke zwangere dient voor de 14^e week en bij de 30^e week van de zwangerschap getest worden. Een baby die geboren wordt uit een HIV positieve moeder wordt getest na de geboorte en mag geen borstvoeding krijgen. Een goed counselingsgesprek wordt aanbevolen aan de moeder.

 Hoe kan men niet besmet raken:

• Niet door huidcontact; bv (een handdruk geven). Indien uw huid beschadigd is biedt een pleister voldoende bescherming
• Permanent condoom gebruik
• Geen seks
• Knuffelen, strelen of masturberen
• Tongzoenen ( daar is te weinig speeksel aanwezig om iemand te kunnen infecteren)
• Gezamenlijk toilet gebruik
• Gezamenlijk gebruik van bestek ( lepels, vorken en messen) of andere gebruiksvoorwerpen ( lakens, baddoeken enz.)
• Via de luchtwegen ( ademen, hoesten of niezen)
• Via insectenbeten ( muskieten)
• Via etenswaren
• Via zwembad, sauna of bubbelbad

Hoe kan ik mezelf beschermen tegen HIV;

• Gebruik altijd een condoom
• Laat je testen met je partner
• Houd je aan een vaste partner en hij/zij aan jou
• Laat bij orale seks geen (menstruatie) bloed of sperma in je mond komen. Gebruik een beflapje of condoom bij orale seks
• Gebruik een condoom met glijmiddel op waterbasis
• Zorg ervoor dat je zelf jou seks attributen hebt. Maak deze goed schoon na gebruik.

Stel seks zolang mogelijk uit tot je er ready voor bent. Indien je reeds seksueel actief bent, gebruik altijd een condoom. Hoe eerder u begint met seks, hoe groter het risico op een HIV infectie of andere Seksuele overdraagbare aandoening.

Testen op HIV

Het moment dat u weet dat u onveilig seks ( zonder condoom/condoom is stuk) gehad hebt, is het belangrijk te testen. De test is betrouwbaar als u drie (3) maanden na het risico gaat testen. Dit wordt de incubatie of “window” periode genoemd. Uw lichaam moet antistoffen maken tegen het virus zodat deze aantoonbaar zijn in het bloed. De test toont aan als er antistoffen in het bloed voorkomen. Indien dat zo is, is het resultaat positief. Een ieder mag zich vrijwillig aanmelden op de afdeling Counseling & Testing.

Test procedure

In Suriname worden er twee (2) soort testen op HIV uitgevoerd. Namelijk de “rapid” test en de “Elisa” test. Op de Dermatologische dienst wordt gebruik gemaakt van de rapid test. Alvorens er een HIV test wordt gedaan, is er eerst een pre- counselingsgesprek tussen de cliënt en de counselor. Hierbij wordt er aandacht besteedt aan het risico dat de cliënt mogelijk opgelopen zou kunnen hebben. Tijdens dit gesprek wordt de nadruk gelegd op “gedragsverandering”. Tenzij de cliënt het besluit neemt om getest te worden, wordt er een vingerprik gedaan en het resultaat is na een kwartier (15 min) bekend. Daarna is er een post -counselingsgesprek. Tijdens dit gesprek wordt het testresultaat doorgegeven en uitgelegd. Verder wordt er nogmaals gesproken over het opgelopen risico. Indien nodig worden er vervolg afspraken gemaakt.

Het test resultaat wordt niet op papier verstrekt. Tenzij het resultaat nodig is op papier, dient de cliënt te komen met een verwijzing van de huisarts. Alleen positieve resultaten worden verstrekt op papier, omdat de cliënt verder behandeld moet worden door de huisarts.

Het resultaat

Het testresultaat kan positief of negatief zijn. Negatief houdt in dat u niet geïnfecteerd ben. Er zijn dus geen antistoffen gevonden in het bloed. Positief houdt in dat u wel geïnfecteerd bent. U bent dan drager van Hiv en kunt het overdragen aan andereen tenzij u onveilig vrijt.

Medicatie

Tegenwoordig zijn er medicamenten die voorgeschreven kunnen worden door de dokter. Deze medicijnen genezen u niet van HIV, maar vertragen de ontwikkeling van het virus. Deze medicijnen worden aids remmers genoemd.

Als iemand HIV positief is, wordt deze verwezen naar e huisarts, die volgens protocol de patiënt behandeld. Er zijn een paar, dat gedaan moeten worden alvorens u op medicatie gezet wordt. Dit bepaald de behandelende arts. In deze periode hoeft u geen verschijnselen te vertonen, maar u kunt wel het virus aan iemand geven als u in bed stapt zonder dat condoom.

Als u HIV positief bent, betekent dat niet dat u al AIDS heeft. AIDS is het eindstadium van een HIV infectie.
Tenzij u vragen heeft maakt u contact met de afdeling Counseling & Testing van Dermatologische dienst.